Wie maximaal van zijn shortski wil genieten, is misschien liever niet te veel tijd kwijt aan de reis ernaartoe. Gelukkig zijn er ook mooie skigebieden te vinden die maar op een paar honderd kilometer van Brussel liggen. Ga je voor het grootste gebied, dan moet je nog even verder naar beneden scrollen. Maar weet dat ook kleine gebieden genoeg vermaak kunnen bieden als je toch maar een paar dagen hebt.
Het gezellige Duitse Winterberg ligt maar 356 km van Brussel, niet slecht als je weet dat het toch 27 km piste heeft. De condities zijn doorgaans goed (zeker gezien het maar op 630 tot 820m hoogte ligt) en anders zorgen de sneeuwkanonnen voor een fijn laagje poeder. Een nadeel van Winterberg is dat het erg druk kan zijn, zeker in het weekend.
Zijn de pistes voor jou te vol, dan kan je altijd even doorrijden naar Willingen, een kleiner gebied een half uur verder. Dit laatste dorpje heeft iets meer uitdagingen voor de gevorderde skiër met langere afdalingen. Het heeft bovendien meer liftcapaciteit, zodat je minder lang aan de liften moet wachten. Perfect voor een shortski!
Iets verder weg en iets hoger gelegen vind je het Franse La Bresse Hohneck. Dit gebied in de Vogezen heeft 21 km piste – iets minder dan Winterberg - en ligt op zo’n 450 km van Brussel af. Een groot voordeel aan dit gebied is dat het vrij hoog ligt (het hoogste punt is op 1350m) en mede daardoor sneeuwzeker is. Het gebied heeft mooie pistes die wel wat aan de harde kant zijn, dus het is heel verstandig om van tevoren je ski’s en board nog eens te (laten) slijpen zodat je voldoende grip hebt.
Beter voor het milieu, beter voor de gemoedsrust (want je ontwijkt de files) en je kan tussendoor nog je benen strekken: met de trein op shortski is zeker een goed idee! Hou er rekening mee dat je een hotel boekt dat aan de piste (of aan de halte van een skibus) ligt, want je hebt ter plaatse natuurlijk geen eigen vervoer.
Er vertrekken meerdere treinen per dag vanuit Brussel naar Briançon, een leuke stad in de Serre Chevalier. Dit gebied heeft 250 km pistes voor alle niveaus en ook het historisch centrum is zeker een bezoek waard.
De trein vertrekt in Brussel en je stapt over in Marseille. De totale reistijd is 10u49, maar je hoeft natuurlijk niet zelf te rijden. Voor wie graag al vroeg is voorbereid: treintickets van de Franse TGV zijn maar een maand of twee van tevoren te boeken!
Lachend naar de Alpen, want met de trein ben je er – waarschijnlijk – sneller dan met de auto. Ontwijk alle files met de Eurostar. Stap op in Brussel, stap over in Parijs en met een totale reistijd van 7u32 sta je in Moûtiers. Vandaar pak je de pendelbus naar Champagny-en-Vanoise, een idyllisch skidorpje dat grenst aan het bekendere La Plagne.
Kleine kanttekening: technisch gezien mogen we hier niet van shortski spreken omdat de Eurostar Snow alleen op zaterdagen gaat, je zal dus minstens een week van huis zijn.
Dezelfde voordelen als de trein, maar met iets meer opties qua bestemmingen: ook de bus is een goed vervoersmiddel voor je volgende shortski. Een kleine pro-tip? Clip van tevoren je skihandschoenen aan je ski-jas vast, zodat je ze niet kwijtraakt onder je zetel, als je je uitstrekt voor een welverdiend dutje onderweg.
Een mooi Italiaans bergdorp dat toegang geeft tot 115 km aan fantastisch onderhouden pistes. Wil je met de auto gaan, dan is de reis vrij omslachtig. De snelste route is via Zwitsersland, maar dan betaal je een vignet en moet je een stukje met de autotrein. Je moet ook door een kleine tunnel die maar één dagdeel open is.
Veel Belgen vinden het ondanks de route wel de moeite waard, wegens de fijne sfeer en het mooie skigebied. Maar jij kan natuurlijk helemaal zorgeloos vertrekken wanneer je met de bus gaat. Het centrum van Livigno is sowieso autovrij en alles ter plaatse is belastingvrij!
Het Oostenrijkse Zillertal is een gedroomde skibestemming, eerst en vooral door zijn oppervlakte. Het bestaat uit vijf afzonderlijke gebieden met een totaal van 460 km pistes. Het grootste gebied van de vijf heet de Zillertal Arena. Die staat vooral bekend om zijn kindvriendelijkheid met heel veel accommodaties en vermaak speciaal voor de allerkleinsten. De liften zijn modern en de pistes worden elke dag heel mooi geprepareerd.
Een verrassende combinatie die het beste van twee werelden samenbrengt. Boek je shortski in een skigebied dicht bij een grote stad en je doet er meteen een citytrip bij. En ja, de betere ski-jas kan zeker dienen als mooie winterjas.
Vlakbij de Tsjechische hoofdstad Praag liggen verschillende skigebieden op minder dan 2 uur rijden. Het dichtstbijzijnde gebied vanaf Praag gezien is Ještěd op zo’n 1,5 uur met de auto. Het gebied is te bereiken met een rechtstreekse shuttlebus vanuit de hoofdstad.
Met maar 9 km piste is dit het kleinste gebied in de lijst, maar meer heb je misschien ook niet nodig om een dagje skiën te combineren met jouw citytrip!
’s Morgens in de stad, ’s middags op de piste. Dat klinkt niet slecht! Het Oostenrijkse Innsbruck ligt in Tirol en er liggen 5 gebieden op minder dan een uur rijden van de stad. De meeste van deze gebieden zijn ook heel goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Zo brengt de metro (!) je in 20 minuten tot aan de Nordkette-gondel, die je vervolgens recht naar het skigebied met 11 km piste brengt. Je leent er gratis sleetjes als je toch geen zin hebt om zelf te skiën.
Gevorderde skiërs reizen vanuit de stad met een klein treintje richting Axamer Lizum. Als dat een belletje doet rinkelen, dan is dat waarschijnlijk omdat hier in 1962 en 1972 de Olympische Winterspelen plaatsvonden. Met 30 km aan uitdagende pistes kom je hier zeker aan je trekken.
Wil je dat jouw shortski niet alleen op, maar ook náást de latten plezant is? Kies dan voor een echte après-ski bestemming. Met een glaasje op, kruip jij natuurlijk niet meer achter het stuur of op de piste. Maar draag voor alle veiligheid gerust je skihelm wanneer je ’s avonds naar je verblijf terugwandelt!
Dit bergdorp in de Savoie biedt 300 km aan kraakheldere pistes en ligt naast het prachtige Tignes. De liften zijn heel net onderhouden en houden je warm (want met overkapping). Je kan hier nog tot laat in het seizoen terecht. Een shortski in maart of zelfs april behoort hier nog tot de opties.
Maar waar Val D’isere eigenlijk het meest om bekend staat: dit is de absolute après-ski hoofdstad van Frankrijk. Ga je naar Val D’Isere dan doe je dat voor de pistes én de pintjes.
Zeg je après-ski, dan zeg je Oostenrijk. Toch wilden we hier niet het overbekende feestgedruis van Ischgl of Saalbach-Hinterglemm noemen (die ook absoluut de moeite waard zijn). We gooien het over een andere, meer kindvriendelijke boeg. Wil je skiën voor de sfeer en met de kinderen erbij? Bezoek dan het Tiroler St-Johann. Dit gebiedje in de Kitzbüheler Alpen biedt 43 km aan gebied dat zeer, zeer beginner- (en dus kind-)vriendelijk is.
Oostenrijkse skischolen bieden meestal lessen in het Nederlands aan, er liggen een rodelbaan en funparks in het gebied voor extra vermaak, de skischool biedt al opvang vanaf 3 jaar oud en elke woensdag is er een kinderdisco. Schol!
Geen twee dagen dezelfde piste? Dan zorg je best dat je een gebied hebt dat groot genoeg is. Hoe meer kilometers piste, hoe meer afwisseling, natuurlijk. In deze gebieden kom je nooit pistes tekort.
Binnen Europa is Les Trois Vallées het grootste aaneengesloten skigebied met ongeveer 600 km piste. Je hebt in dit gebied 10 dorpen om uit te kiezen, met Val Thorens als hooggelegen feestcentrum. Verwacht je hier aan dj’s en feesten op de piste. Let wel op: er wordt aan het einde van het seizoen een ‘Dutch-week’ georganiseerd en dat is misschien enkel voor de echte oranje-fans aan te raden ...
Courchevel heeft meer een clubscene en Les Menuires schattige barretjes en een familiale sfeer. Naar Mirabel ga je om echt midden in het centrum van het gebied te zitten en voor de authentieke chalets. Zo heeft elk dorp zijn eigen charme. Wanneer je helemaal tot boven in Val Thorens gaat en de rode Col de l’Audzin opzoekt, kun je die 12 kilometer (!) lang volgen tot in Les Menuires.
Ben je van plan om maar een paar dagen te gaan, dan is het misschien handig - én goedkoper - om enkel een skipas voor een deelgebied aan te schaffen.
Les Trois Vallées heeft zeker voor elk wat wils, maar gevorderden vinden toch misschien meer hun gading in het Frans-Italiaanse gebied Via Lattea. Dit heeft 400 km uitdagende pistes te bieden. Ben je gevorderd, dan kun je je hier uitleven op 220 km aan rode pistes en maar liefst 84 km zwart.
Het gebied strekt zich uit over de Franse Alpen tot in Italië. De Franse kant is doorgaans iets toegankelijker en de Italiaanse kant iets pittiger. Wil je het beste van beide werelden, verblijf dan bijvoorbeeld in het gezellige en authentieke Franse dorp Montgenèvre op een boogscheut van de Italiaanse grens.