De Tour du Mont Blanc (TMB) leidt je door Frankrijk, Italië en Zwitserland. Je legt ongeveer 170 kilometer af, afhankelijk van de route die je kiest. “De moeilijkheid zit ‘m niet zozeer in die afstand, maar eerder in de hoogtemeters”, weet Arne. “Aan het einde van de route heb je minstens 10.000 verticale meters in de benen.”
Afhankelijk van je wandelniveau ben je zeven à tien dagen onderweg. “Tijdens de Ultra Trail du Mont Blanc, een mythische loopwedstrijd, leggen ultralopers de route af in minder dan 24 uur. Maar snelheid is op deze route niet van belang. Integendeel! Je bevindt je in een prachtige omgeving, dus ik raad je aan om die beleving juist zo lang mogelijk te rekken”, lacht Arne.
“Dit is de perfecte trektocht voor beginnende bergwandelaars, op voorwaarde dat je al wat ervaring met langeafstandswandelen hebt.”
Arne
De wandelroute start in Les Houches, een dorpje op een boogscheut van Chamonix, dat goed bereikbaar is met de trein. De Tour du Mont Blanc voert je rond de hoogste bergtop van West-Europa, over verschillende bergpassen, langs bergflanken en door valleien. “Ervaring met hoogtemeters is vereist om deze route tot een goed einde te brengen, want de vele verticale meters maken het een stevige tocht.”
“Dit is de perfecte trektocht voor beginnende bergwandelaars, op voorwaarde dat je al wat ervaring met een langeafstandswandeling hebt. Hier maak je op een prachtige manier kennis met het hooggebergte. De route is populair dus je bent nooit helemaal alleen, er zijn voldoende voorzieningen onderweg qua logement en bevoorrading, en je hebt in de zomer geen stijgijzers of ijsbijl nodig.”
“Veel wandelaars leggen de route af onder begeleiding, maar je kan de tocht ook alleen wandelen want de route is goed aangegeven en nergens echt technisch of gevaarlijk.” Arne deed de Tour du Mont Blanc intussen drie keer: één keer alleen, één keer met mijn vrouw en één keer als begeleider van een groepsreis: “Ik was die eerste keer enorm onder de indruk. Maar sommige dingen voelen pas écht als je ’t kan delen met iemand, dus overtuigde ik mijn vrouw om mee te gaan. Ze stond oorspronkelijk niet te springen, maar ook zij vond het een fantastische ervaring.”
“Je hoeft geen topsporter te zijn om de Tour du Mont Blanc te wandelen, maar je moet fysiek wel in goede staat zijn. Train vooraf je (boven)beenspieren door hoogtemeters te wandelen, bijvoorbeeld in de Ardennen. Ook de stairmaster of de helling van de loopband inschakelen in de fitness, helpt bij de voorbereiding. Vergeet je bovenlichaam niet, want een sterke rug en schouders zijn onmisbaar om je rugzak te dragen. Elke dag vijf minuten core-oefeningen en elk weekend een wandeling van 10 tot 15 kilometer wandelen, maakt een groot verschil.”
“Beperk het gewicht dat je meedraagt. Zeul geen tien paar wandelkousen en T-shirts mee: niemand slaagt erin om 10 dagen lang fris te ruiken op de Tour du Mont Blanc! Elke 100 gram in je rugzak moet je zelf naar boven dragen. Hoe lichter je bagage, hoe makkelijker het wordt.”
“De gids van Cicerone vertelt je alles over topografie, het landschap, de hoogtemeters en de aard van het pad. Zo weet je wat er op je afkomt. De TMB is perfect gemarkeerd en verdwalen is moeilijk, maar met een topografische kaart op zak weet je welke dorpjes je onderweg zal doorkruisen – handig naar bevoorrading toe – en kan je opzoeken welke bergen je passeert.”
“Begin juli heeft het decor een hoog Sound Of Music-gehalte, zó mooi om te zien!”
Arne
“De beste periode om de Tour du Mont Blanc te wandelen is van begin juli tot half september”, vindt Arne. “Persoonlijk verkies ik begin juli omdat het dan nog minder druk is: veel landen hebben op dat moment nog geen zomervakantie. Bovendien staan de alpenbloemen dan in bloei, dus als je een col oversteekt zie je bontgekleurde velden met paarse, gele en rode bloemen. Dat decor heeft een hoog Sound Of Music-gehalte en is zó mooi om te zien.”
“Ook in september is het minder druk op de route, terwijl de temperatuur nog ideaal is. De herfst doet al een beetje z’n intrede, waardoor de bladeren hun herfstkleuren al beginnen te tonen. Ook knap!”
“De temperatuur speelt een grote rol in de bergen. Het is niet fijn om bij 30 graden met een zware rugzak bergop te wandelen. Ik adviseer daarom om ’s ochtends vroeg te vertrekken. Ik leef tijdens een trektocht met het licht. Dat klinkt heel geitenwollensok-achtig, maar het werkt. Zodra de zon op is, rond 6.15u, ga ik op pad. Zo leg ik het zwaarste gedeelte van de wandeling – het stuk bergop – af bij draaglijke temperaturen.
Elke etappe van de TMB start op een lager punt, dus het eerste stuk gaat omhoog, om vervolgens weer omlaag te wandelen. Bovendien is het ochtendlicht in de bergen supermooi en vind ik het fijn om de wereld te zien ontwaken – van marmotten die groggy tevoorschijn komen tot de eerste vogels die fluiten. Door zo vroeg te vertrekken, is het pad voor mij alleen en arriveer ik in de vroege namiddag al op mijn bestemming.”
Langs het traject vind je verschillende overnachtingsmogelijkheden, van campings tot B&B’s en berghutten. “De meeste hikers kiezen voor de authentieke ervaring van de huttentocht. Je moet er wel vroeg bij zijn om je plekje te reserveren, want omdat de route populair is, zijn de hutten snel volgeboekt. Zelf ga ik graag met de tent op pad, maar dan moet je de route hier en daar een beetje aanpassen om langs een camping te passeren, want wildkamperen is verboden.”
Omdat Arne met de tent op pad gaat en niet elke nacht voor een berghut kiest, wijkt hij op sommige stukken een beetje af van de klassieke route. Hij volgt deze weg:
“Dit is de ideale dag om erin te komen, want deze eerste tocht is vrij eenvoudig en je hoeft maar één bergpas over. Je kan eventueel ook voor de kabelbaan of het treintje kiezen.”
“Dit is één van de mooiste maar ook pittigste dagen van de TMB. De afstand valt goed mee, maar de vele hoogtemeters vormen een uitdaging. Je moet twee bergpassen over: Col de la Balme en de Col de la Croix du Bonhomme. De views onderweg zijn fantastisch en maken alles goed. Na al dat klimwerk daal je af via een rustig pad. Je eindigt in een gezellig gehucht met een prachtig uitzicht en een kruidenierswinkeltje.”
“Deze wandeldag scoort 10 op 10! Je wandelt naar de grens tussen Frankrijk en Zwitserland. Eerst stijg je naar het hoogste punt, Col de La Seigne, en vervolgens daal je via een idyllische vallei af naar beneden. Hier wijk ik af van de klassieke route: terwijl de TMB via een stevige klim naar boven gaat richting berghut Rifugio Maison Vieille, ga ik naar de vallei om te kunnen kamperen.”
“Eerst een steile klim, daarna een terraswandeling. Links kijk je uit over de vallei, rechts op de bergflank van de Mont Blanc. Het contrast tekent zich mooi af tussen het Mont Blanc-massief dat scherp en ruw is, en de oudere bergen die groener en minder hoog zijn.”
“Alweer een knappe wandeling, waarbij je de Grand Col Ferret oversteekt na een uitdagende maar graduele klim. Vergeet niet om regelmatig achterom te kijken tijdens het wandelen, want het panorama is oogverblindend. Vanuit Italië wandel je Zwitserland binnen.”
“Tijdens deze kortere wandeldag loop je parallel met de rivier door de vallei, om vervolgens door de bossen naar Champex-Lac te klimmen. Dat is een schilderachtig dorpje met een groot meer
“Een knappe, gemoedelijke wandeling met als hoogtepunt Alpage de Bovine. Je hoeft vandaag geen bergpas te overwinnen. Het is wel even afzien tijdens een steile klim door de bomen, maar je inspanning wordt beloond met een magnifiek uitzicht op de vallei van Martigny in Zwitserland.”
Tip: “Voor wie wat meer ervaring heeft met bergwandelen is er een alternatieve route met een behoorlijk technische klim, waarbij je losliggende rotsen over moet. Fenêtre d’Arpette ligt op 2665 meter hoogte, dus een stuk hoger dan de andere bergpassen op de TMB. Het zicht is ongeëvenaard. Dit is zonder twijfel één van de mooiste wandelingen in de Alpen. ”
“Alweer een prachtige dag in de bergen! Na een lange en steile klim word je op Col de Balme getrakteerd op een spectaculair uitzicht op de Mont Blanc en de vallei van Chamonix. Tenminste… als het weer meezit!”
Tip: “Ga je met de tent? Kies dan voor de alternatieve route naar Argentière. Dat is een sfeervol stadje met de fijne Camping Glacier d’ Argentière.
“De superlatieven blijven maar komen, want ook dit is een ongelooflijk mooie wandeling. Na een behoorlijk steile klim wacht je een terraswandeling. Via een alternatieve route kan je stappen naar het sprookjesachtige Lac Blanc, een ommetje dat ik zeker aanraad!’
“De laatste etappe met opnieuw een prachtig zicht op de Mont Blanc en zijn indrukwekkende buren. Op de bergtop van Le Brévent is een kabelbaanstation. Je kan verder wandelen tot in Les Houches, maar ik raad aan de kabelbaan te nemen tot de bewoonde wereld, omdat het laatste stuk – dat steil bergaf langs bomen loopt - niet erg interessant is.”
“Toen ik voor de eerste keer op de Col de Balme stond en de vallei van Chamonix zich voor mij uitstrekte, voelde ik mij onoverwinnelijk. Van daaruit zag ik het startpunt. Het besef dat ik die weg had afgelegd, gaf mij een uniek, heroïsch gevoel. Niets heeft mij ooit hetzelfde voldane gevoel gegeven als een meerdaagse trektocht in de bergen.”
“Het is een cliché maar toch: slecht weer! Als je van top tot teen kletsnat geregend bent en de uitzichten verhinderd worden door de wolken die om je heen hangen. Zo’n moment voelt als een dieptepunt. Gelukkig kan je dat nadien relativeren. Dat is wat ze in het Engels ‘type 2 fun’ noemen: not fun to do, but fun to talk about later. Zo’n situatie levert nadien vaak een goed verhaal op. En verder zijn er alleen maar hoogtepunten! ”
• Waterfilter: “Handig om het gewicht van je bagage te beperken. Er is langs de TMB veel water te vinden, dus het is voldoende om een liter water mee te nemen in een drinkfles of waterzak - de rest van je drinkwater vind je onderweg. Ongefilterd water drinken is geen goed idee, maar met een waterfilter ‘maak’ je makkelijk zuiver drinkwater.”
• Pet of hoed: “De zon doet rare dingen op hoogte en met alleen zonnecrème en een zonnebril red je het niet. Een zonneslag is eenvoudig te vermijden door iets op je hoofd te zetten.”
• Wandelstokken: “Ze vormen een grote hulp bij het bergop wandelen omdat ze je verder stuwen. Maar vooral tijdens het afdalen zijn wandelstokken een troef, want ze vangen de schok van het neerkomen mee op, verkleinen de impact op je gewricht en ontlasten zo je knieën.”