• De hoogste berg van Afrika, met de Uhuru Peak op 5.895 meter. De bijnaam van deze bergtop is niet voor niets ‘het Dak van Afrika’.
• Ervaring met bergbeklimmen of alpinisme is niet vereist. Je kan de Kilimanjaro beklimmen zonder uitrusting, hoewel het geen eenvoudige wandeling is.
• Hoe lang je erover doet om de Kilimanjaro te beklimmen, hangt af van de gekozen route, je conditie en hoe goed je aan de hoogte gewend raakt. De beklimming duurt gemiddeld 5 tot 9 dagen.
• De beste periode om de Kilimanjaro te beklimmen is januari-maart of juni-oktober. De natte maanden zijn maart, april en november: dan kunnen de hellingen heel modderig zijn.
• Je kan de Kilimanjaro niet bewandelen zonder gids, zelfs niet als je een ervaren wandelaar bent. De Tanzaniaanse wet verplicht je om minstens 2 dragers en een gids bij je te hebben.
• Er zijn zes officiële routes naar de top.
• ‘Kilima’ betekent ‘kleine berg’ in het Swahili. ‘Njaro’ wordt vaak geïnterpreteerd als een verwijzing naar ‘glans’ of ‘witheid’, wat zou verwijzen naar de besneeuwde top van de berg.
"Toen we dertig werden, besloten mijn vriend en ik om samen onze droomreizen te maken", vertelt Julie. “Ik koos voor een rondreis met een camper door Canada. Mijn vriend droomde ervan om de Kilimanjaro te beklimmen. Ik was eerst sceptisch, want het klonk als een zware tocht. Maar na wat onderzoek ontdekte ik dat de Kilimanjaro de meest toegankelijke van de Seven Summits is. Geen technische klim, vooral wandelen – dat gaf me vertrouwen."
Hun tocht van zes dagen begon vol goede moed, met twee gidsen, een kok en enkele dragers. "We waren verrast door de grootte van de crew die daar voor ons klaarstond”, lacht Julie. “Maar alles moest mee: materiaal, water, eten. De dragers en gidsen waren indrukwekkend. Hun tempo, zelfs met zware bagage, was ongekend."
Elke avond overnachtten ze in een huttenkamp. “We kregen er soep, een hoofdgerecht – meestal een soort stoofpotje, maar ook een keer kip met frietjes - en fruit voorgeschoteld.” In het kader van hoogteziekte mat een gids dagelijks hun hartslag en saturatie om te checken of het verantwoord was om hoger te klimmen. “Onze gezondheid werd dus goed in de gaten gehouden.”
“Bij aankomst op de top waren we uitgeput, maar ook enorm trots.”
Julie
Heel opvallend is de veranderende omgeving, vindt Julie. “We begonnen beneden in de weelderig groene jungle bij 25 graden. Vervolgens voerde het wandelpad ons langs rotsen en zand. We eindigden op de top met sneeuw, ijs en -20 graden. Het voelde heel bijzonder om door die verschillende vegetatiezones en klimaatzones te wandelen.”
Het zwaarste moment kwam tijdens de summit night, de nacht waarin je naar de top vertrekt. Om 23 uur begonnen ze vanaf 4.700 meter aan de laatste etappe van hun tocht. "Ik was moe, had moeite met eten en kampte met hoofdpijn. Gelukkig bleef het bij milde symptomen van hoogteziekte, dus konden we verder. Op aanraden van onze gidsen vertrokken we in het donker. Anders zie je hoe ver het nog is: dat maakt de tocht mentaal zwaarder.”
Hoe hoger je gaat, hoe ijler de lucht voelt, merkte Julie. “Tijdens de summit night was ik zelfs op vlakke stukken buiten adem, ook al wandelden we superlangzaam. Heel gek!”
Na een pittige klim zagen ze de zon opkomen bij Gilman’s Point. “Dat moment was magisch. Om 7.30 uur stonden we op de top: de Uhuru Peak. Het uitzicht was fenomenaal! Maar omdat het -20°C was, konden we niet lang stilstaan om ervan te genieten. We waren uitgeput, maar ook enorm trots.”
De afdaling was al even uitdagend. "Vanwege gesmolten sneeuw wandelden we door los zand. Ik voelde me snel beter naarmate we daalden." Bij aankomst beneden aan de berg ontving het duo een certificaat als bewijs van hun prestatie. Een andere tastbare herinnering aan hun avontuur is een steen die ze meenamen vanop de Kilimanjaro: hij kreeg thuis een ereplaats.
Naast het bereiken van de top, was er nog iets onvergetelijk: “Zes dagen lang volledig offline zijn, vond ik heerlijk. We waren omringd door de natuur en leefden helemaal in het moment. Dat is tegenwoordig zó uniek en voor mij zelfs misschien nog méér het hoogtepunt van de reis dan het bereiken van de top”, lacht ze.
Julie maakte al vaker bergwandelingen, in de Dolomieten en in Oostenrijk, waarbij ze heel wat hoogtemeters overwon. “Maar 6 dagen na elkaar hiken was nieuw voor me. Gelukkig was het laagdrempeliger dan ik oorspronkelijk vreesde. De Kilimanjaro is geen klimberg, maar wandelberg. Wandelen is dus de beste voorbereiding, bij voorkeur wandelingen met wat hoogtemeters. Ik ging de maanden voor onze reis ook vaker lopen om mijn conditie nog wat op te krikken.
Julie koos voor Tanzania Specialist, die de volledige reis organiseerde. “Voor vertrek deden we een videocall waarbij ze met ons de planning en de paklijst overliepen. Dat gaf rust en vertrouwen. Ik ben graag grondig voorbereid.” Je kan de beklimming met een groep doen, maar Julie en haar vriend kozen voor een privétocht. “Zo konden we alles op ons eigen tempo te doen en hoefde ik me geen zorgen te maken dat ik de groep zou ophouden.” In de huttenkampen kwamen ze andere toeristen tegen. “Dat waren steeds dezelfde mensen, dus al gauw supporterden we voor elkaar. En na de beklimming deelden we een soort ‘we made it’-gevoel.”
• Slaapzak: “voor koude nachten in de berghutten”
• Wandelstokken: “We gebruikten ze bij het laatste stuk bergop. Bovendien is het een grote hulp tijdens de afdaling”
• Wandelschoenen: “hoge categorie B-schoenen, stevig en comfortabel. Die bieden extra ondersteuning aan je enkels.”
• Wandelsokken: “Ik heb geen blaren gekregen, dankzij mijn sokken uit merinowol.”
• Laagjes kleding: “van thermisch ondergoed tot merinowol shirts, een fleece en donsjas”
• Comfortabele outfit: “Om in het huttenkamp te dragen na het wandelen. Ook fijn om schone sokken aan te trekken bij aankomst!”
• EHBO-kit en medicatie: “we hadden preventieve medicijnen tegen hoogteziekte bij, op aanraden van het Instituut voor Tropische Geneeskunde.”
• Vochtige doekjes: “Handig om je te verfrissen in het hoogste huttenkamp, want daar is geen stromend water.”
• Hoofdlamp: “onmisbaar tijdens de nachtelijke tocht naar de top”
• Tennisbal: “compact en ideaal om spieren los te masseren na een lange wandeldag”
• Pole pole!: “Een zinnetje dat de gidsen onderweg regelmatig benadrukken, wat zoveel betekent als ‘neem je tijd’. Het gaat niet om snelheid, maar om volhouden tot de top.”
• Bereid je goed voor: “Lees je in, krik je conditie op en vraag advies aan ervaren wandelaars.”
• Luister naar je lichaam: “Herken signalen van hoogteziekte en neem de tijd om te acclimatiseren.
• Drink voldoende water: “Tijdens het wandelen is het belangrijk om veel ‘maji” te drinken – dat is Swahili voor water. We droegen zo’n 3 liter water per dag mee.”
• Geniet van het moment: “Volledig offline zijn, omringd door natuur, vond ik het mooiste aan deze tocht.”