Op zaterdag 5 oktober 2024 organiseren A.S.Adventure en Golazo een nieuw wandelevenement in en rond Brussel. Goed uitgeslapen kilometervreters wagen zich aan 60 kilometer door parken, bossen en natuurgebieden. Zo groen heb je de Belgische hoofdstad nog nooit gezien! Wel zin om te wandelen, maar schrik van de afstand? Kies dan voor een kortere route van 20 kilometer.
Brussel geen wandelbestemming? Denk opnieuw! Als wandelaar krijg je in en rond Brussel een gedroomd parcours voor de voeten, een langeafstandswandeling om u tegen te zeggen. De route is even veelzijdig als de hoofdstad zelf. En vooral: verrassend groen. Onderweg volgen de parken en natuurdomeinen elkaar in een snel tempo op. In totaal passeer je er dertig, waaronder bekende namen als Zoniënwoud, Woluwepark en Park van Laken en minder bekende parels als Scheutbospark en Wilderbos. Tegen het einde van de dag zal je voet gezet hebben in 15 van de 19 Brusselse gemeenten.
De uitdaging schuilt ‘m niet enkel in de afstand, maar ook in het heuvelachtige terrein dat Brussel en omstreken voorschotelt. Onderweg overwin je 500 hoogtemeters - voor een wandeling in België is dat heel wat. Bij zo’n knaller van een wandeling hoort natuurlijk een iconische finishlijn: de Brussels 60 start en komt aan bij het Atomium.
Een moeilijk moment? De kracht van de menigte stuwt je vooruit. Er nemen 3000 à 5000 stappers deel. Om de tien kilometer wacht een uitgebreide bevoorrading, aan de aankomst kan je je stramme spieren laten masseren. Dankzij de centrale ligging is het evenement gemakkelijk te bereiken vanuit andere delen van het land, ook met het openbaar vervoer. En het beste van al: Explore More-leden kunnen rekenen op een speciaal tarief.
Overschat jezelf niet door te denken dat je zomaar doodleuk 60 kilometer stapt. De Brussels 60 mag dan korter zijn dan de Dodentocht of de Hagelandse 101, toch vergt zo’n afstand voorbereiding. Een goede training is een noodzaak om om blessures te vermijden en deze uitdaging succesvol af te ronden.
Het is vooral een kwestie van stappen zetten en kilometers maken - hoe meer, hoe beter. Maak van wandelen een gewoonte, bijvoorbeeld door je dagelijkse verplaatsingen te voet te doen. Wandel naar de bakker in plaats van de auto te nemen of stap een halte vroeger van de tram.
Maak je een langere wandeling, begin je stapdag dan met een opwarming en eindig met een cooling down. Onderweg kan je tijdens pauzes ook even stretchen. Toch een opkomend pijntje? Ga wat trager wandelen.
Gebruik een realistisch trainingsschema om langzaam het aantal kilometers op te bouwen. Bij Wandelsport Vlaanderen vind je zulke planningen om - afhankelijk van je basisconditie - in 100 of 200 dagen van nul naar 50 of 100 kilometer toe te werken. Ben je al behoorlijk fit, dan kan je bijvoorbeeld kiezen voor dit schema, van nul naar 50 kilometer in 100 dagen:
Dag |
Trainingsduur |
Afstand |
WEEK 1 |
|
|
di |
60 min (tempo 1) |
4 km |
zo |
/ |
10 km |
WEEK 2 |
|
|
di |
60 min (tempo 1) |
4 km |
do |
60 min (tempo 1 - 2) |
4,5 km |
zo |
/ |
10 km |
WEEK 3 |
|
|
di |
60 min (tempo 2) |
5 km |
zo |
/ |
15 km |
WEEK 4 |
|
|
di |
60 min (tempo 2) |
5 km |
do |
45 min (tempo 1 2 3 IV) |
4 km |
zo |
/ |
18 km |
WEEK 5 |
|
|
di |
75 min (tempo 1 - 2) |
5,5 km |
zo |
/ |
20 km |
WEEK 6 |
|
|
di |
75 min (tempo 2) |
6,5 km |
do |
45 min (tempo 1 2 3 IV) |
4 km |
zo |
/ |
25 km |
WEEK 7 |
|
|
di |
60 min (tempo 2) |
5 km |
zo |
/ |
30 km |
WEEK 8 |
|
|
di |
60 min (tempo 1) |
4 km |
do |
45 min (tempo 1 2 3 IV) |
5 km |
zo |
/ |
15 km |
Dag |
Trainingsduur |
Afstand |
WEEK 9 |
|
|
di |
60 min (tempo 2 - 3) |
5,5 km |
zo |
/ |
20 km |
WEEK 10 |
|
|
di |
60 min (tempo 2 - 3) |
5,5 km |
do |
60 min (tempo 1 2 3 IV) |
5 km |
zo |
/ |
25 km |
WEEK 11 |
|
|
di |
75 min (tempo 2) |
6,5 km |
zo |
/ |
40 km |
WEEK 12 |
|
|
di |
60 min (tempo 1) |
4 km |
do |
60 min (tempo 2) |
5 km |
zo |
/ |
15 km |
WEEK 13 |
|
|
di |
75 min (tempo 2 - 3) |
7 km |
za |
/ |
10 km |
WEEK 14 |
|
|
di |
60 min (tempo 2) |
5 km |
do |
45 min (tempo 1 2 3 IV) |
4 km |
za |
/ |
5 km |
WEEK 15 |
|
|
di |
/ |
50 km |
© Wandelsport Vlaanderen
Hierbij geldt tempo 1 als rustig (<5 km/u), tempo 2 als gemiddeld (5-6 km/u) en tempo 3 als stevig (6-7 km/u). IV (interval) betekent dat je de drie verschillende tempo’s afwisselt. Is er enkel een afstand vermeldt - en dus geen tempo - dan maakt het niet uit hoe lang je over de wandeling doet.
Het bovenstaande schema bevat twee soorten trainingen: diegene waarbij vooral de afstand een rol speelt en diegene waar ook het tempo van tel is. Voor die eerste heb je in principe geen technologische hulpmiddelen nodig. Plan een route en volg die via bewegwijzering of gebruik een kaart of telefoon.
Maar als je een tijdsdoel nastreeft, is het handig om te weten of je tempo onderweg goed zit. Dat kan met een sporthorloge. Een Garmin laat je bijvoorbeeld toe om zelf wandelworkouts te maken op basis van een schema. Zo doe je dat:
Een deftige voorbereiding helpt weinig als je niet over het juiste materiaal beschikt. Deze spullen zijn onmisbaar op de Brussels 60:
Zestig kilometer stappen, dat doe je niet op teenslippers. Je tocht staat of valt met de keuze voor de beste wandelschoenen. Sommige wandelaars verkiezen voor een tocht op een relatief vlak terrein een lichte schoen, zoals de X Ultra 360 Edge van Salomon, anderen zweren bij de enkelondersteuning die hogere schoenen bieden. Het is een afweging waarmee we je graag helpen.
Ook wandelsokken, zoals de sokken van Smartwool, kunnen het verschil maken tussen de eindmeet halen of halverwege opgeven vanwege een blaar. Wandelsokken uit merinowol of een mengsel van polyester voeren overtollig vocht af en voorkomen zo wrijving. Neem meerdere paren mee, zodat je onderweg kan wisselen en met droge voeten op pad blijft.
Kies voor flexibele wandelkleding die niet knelt of wrijft op de huid. En die snel droogt. In dat opzicht is katoen uit den boze: het houdt vocht vast, waardoor het traag droogt en het je kan doen afkoelen. Opteer liever voor sneldrogende kleding uit bamboe, tencel of polyester. Werk in laagjes, zodat je onderweg naar believen kledingstukken kan aantrekken of uitspelen.
Wees voorbereid op regen met een waterdichte wandeljas. Het blijft tenslotte België.
Op een ellenlange wandeldag verbrand je behoorlijk wat calorieën. Wees de appelflauwte te snel af door je energieniveau op peil te houden met sportvoeding.
Een grote rugzak is niet nodig. Kies beter voor een kleine dagrugzak, eventueel in combinatie met een heuptasje. Kan je in die rugzak een drinksysteem kwijt, des te beter: zo kan je drinken via een slangetje en moet je niet constant stoppen om je drinkfles boven te halen. Hydratatie is essentieel tijdens een lange dagtocht.
Wandelstokken bieden onderweg ondersteuning, zorgen voor ritme - niet onbelangrijk bij zo’n afstand! - en verlichten druk op knieën en enkels. Geen zin om te investeren voor een eenmalig evenement? Huur een paar wandelstokken, al vanaf vier euro per dag.
Loop je schoenen in. Om pijnlijke drukpunten en blaren te vermijden, begin je best met kortere wandelingen en bouw je geleidelijk op.
Draag zorg voor je voeten. Spuit in de weken voor de wandeling regelmatig kamferspray op je voeten. Die zorgt ervoor dat de huid harder wordt, waardoor de kans op blaren verkleint. Gebruik voetpoeder om je voeten droog te houden en plak eventueel preventief zwakke plekken af met sporttape.
Krijg je onderweg toch een blaar. Plak een gesloten blaar dakpansgewijs af met tape. Vermijd blarenpleisters, die bemoeilijken behandeling achteraf. Open blaren laat je best bij de post van het Rode Kruis ontsmetten en verzorgen, kwestie van infecties te vermijden.
Deel de wandeling in stukken op, bijvoorbeeld op basis van bevoorradingsposten. Zo maak je een langere afstand behapbaar en heb je telkens iets om naar uit te kijken.
Laat je niet afschrikken door de afstand, maar gebruik de positieve energie van de groep. Maak praatjes met andere deelnemers, die delen tenslotte jouw passie voor de wandelsport. Dankzij die afleiding vliegen de kilometers voorbij. Ook muziek, audioboeken of podcasts kunnen helpen. Met een lichte powerbank voorkom je dat je halverwege met een platte telefoon zit.
Volg je eigen tempo. Doe je mee met vrienden of collega’s, spreek dan op voorhand af dat je niet ten koste van alles samen blijft. Wie te traag wandelt, geraakt sneller vermoeid. Wandel je te snel, dan kom je jezelf tegen. Niemand heeft er wat aan om opgejaagd of opgehouden te worden.
Drink veel water. Zo kunnen je spieren herstellen en behoud je je kracht tijdens de hele wandeling. Met een drinksysteem in je rugzak neem je automatisch vaker kleine slokjes.
Bij een bevoorradingspost is het aanlokkelijk om lang te pauzeren. Overdrijf niet: ga je te lang zitten, dan stijft je lichaam op en geraak je moeilijk opnieuw in je ritme.
Luister naar je lichaam. Het heeft geen zin om je lijf in de vernieling te wandelen enkel om stoefrechten te verwerven. Kamp je met een verrekking of een andere lichamelijke kwaal, laat die dan nakijken bij het Rode Kruis. En vertrouw op hun oordeel.
Zijg na de finish niet meteen neer maar blijf in beweging. Hou je spieren nog even warm, stretch of laat je masseren. Zo ben je spierpijn te snel af.