© Maurice
🕒 Leestijd: ongeveer 10 minuten
Artieste Adele Renault ontwaart schoonheid die een ander over het hoofd ziet. In het alledaagse van de grootstad en haar bewoners – duiven en daklozen – die ze verbeeldt in graffitimuren en verbluffende olieverfportretten op doek. Als een reisduif trekt ze de wereld rond om haar streetart tot in de verste uithoeken te verspreiden. “Op toeristische plekken kom ik niet vaak, wel in een of ander raar steegje.”
Voor velen is een duif een lelijk, vies beest. Een rat met vleugels die in goten en op straten leeft en die graag standbeelden van een laagje stront voorziet. Maar kijk eens goed ... Naar die felle, fonkelende pareltjes van ogen. Naar die metallic kleuren van dat vederdek. Naar die glanzende groene en paarse pluimen. “Van dichtbij zie je dat een duif glimt in meerdere kleuren”, beaamt Adele Renault. “Als je lang of goed genoeg kijkt naar iets, zie je altijd wel iets moois.”
Adele kan het weten. Als graffitikunstenaar heeft ze heel wat duiven van naderbij gezien. Meer zelfs, ze heeft van de vogel haar geliefkoosd onderwerp gemaakt voor de murals die ze overal ter wereld maakt. En die komen goed uit de verf. Waar ze vroeger vaak close-ups maakte van de expressieve tronies van de beestjes, focust ze nu vaak enkel op hun veren. “Ik wilde al langer abstracte kunst maken, maar wist niet hoe”, legt ze uit. “Totdat ik besefte dat ik het al doe. Soms lijkt het wel een regenwoud.”
Haar eerste duif spuit Adele in 2009. Niet omdat ze zo verzot is op dat dier. Wel, zo verklaart ze, “omdat het een straatvogel is en ik altijd aan de slag ben op straat. Het draait minder om de duif zelf dan wel om hetgeen waarvoor dat dier staat.” De duif als metafoor voor de stad. En ook: “Maakte ik vroeger een portret van een mens, dan wilde iedereen daar alles over weten. Wie is die persoon? Waarom zij of hij? Terwijl het daar toen voor mij vaak niet om ging. Wel dat het licht die dag mooi was. En die persoon toevallig in de buurt was.”
Voor haar werk vertrekt Adele immer vanuit foto’s. Waar ter wereld ze ook schildert, ze probeert ter plaatse een duif te zoeken die geschikt is als onderwerp. Zo belandt ze weleens op gekke plekken. Zoals wanneer ze een oude duivenmelker in Moskou probeert uit te leggen dat ze foto’s wil maken van zijn dieren. “Hij sprak geen woord Engels en dacht dat ik gek was. Maar eens hij het snapte, was hij erg trots.”
In het wereldje van de streetart staat Adele’s naam intussen synoniem met duiven. De duif opent deuren die anders gesloten waren gebleven. En Adele leert mensen kennen die ze anders nooit had ontmoet. Zoals de duivenmelkers uit België en China die haar geregeld uitnodigen op evenementen. “Het is alsof de duif me een reden geeft om een antropologische studie te maken.”
© Ari Sturm, © Maury_Page
Haar liefde voor graffiti dankt Adele aan de reiskoorts van haar ouders. Als muzikanten trekken zij rond in Latijns-Amerika, Afrika en Europa. In hun kielzog ziet Adele op jonge leeftijd de wereld. In het station van Praag kijkt ze met grote ogen naar de beschilderde treinen. Ook dichter bij huis, in Luik, ziet ze soms muurschilderingen. “Toen ik op de Place Saint-Lambert een graffitikunstenaar aan het werk zag, wist ik: shit, dat wil ik ook.” Op haar dertiende houdt ze voor het eerst een spuitbus vast. Met dank aan papa, die pianoles geeft in Verviers en ontdekt dat daar wekelijks graffitiworkshops plaatsvinden.
Als kind is Adele dan al vaak aan het tekenen. Landschappen, paarden, dolfijnen, portretten … Allemaal kribbelt ze het op papier. De natuur is een prominent thema. Inspiratie genoeg, want Adele groeit op in de bossen van de Ardennen, in een piepklein gehucht tussen Spa-Francorchamps en Stavelot. Een prachtige omgeving, zo omschrijft ze het. “Als kind vond ik het fantastisch om in de bossen te spelen en dingen te bouwen in de bomen en de rivieren.”
Graffiti is evenwel iets van de stad. Hoe ouder Adele wordt, hoe meer het begint te knagen. Op school verveelt ze zich dood. En haar ontluikende punk-ethos botst met het gezapige dorpsleven. “Mijn ouders namen me overal mee naartoe. Hoe meer je ziet, hoe breder je kijk. Ik voelde mij een buitenbeentje en wilde de wereld ontdekken. Van zodra het kon, was ik weg.”
© Martha Cooper
32 jaar
-
Komt uit Stoumont
-
Studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel
-
Maakt als kunstenares streetart (graffiti) en olieverf op doek
-
Woonde onder meer in Brighton en Amsterdam
-
Woont momenteel in LA (al verblijft ze in coronatijden in Londen)
-
In België is haar werk te bewonderen in Tongeren (op de zijkant van Café Rembrandt, het oudste café van de stad) en Luik (Rue de l’Étuve).
De jonge pigeon voyageur – een reisduif, zoals ze zichzelf noemt – slaat haar vleugels uit. In het Engelse Brighton ontwikkelt Adele haar passie voor graffiti verder. Ze vervolmaakt er haar laatste twee jaar van de middelbare school. “Ik trok er naar halls of fame, muren waarop je kan oefenen”, zegt ze. Soms spuit ze ook op straat. Tijdens een van die uitjes pakt de politie haar op en zit ze een nacht in de cel. Hoort erbij, meent ze. “Graffiti moet dat illegale kantje behouden.”
Nu betalen overheden of bedrijven haar netjes om een muur op te vrolijken, maar Adele heeft genoeg leergeld betaald door te werken onder bruggen, op oude vervallen gebouwen en langs spoorwegen. Niet dat dat werk nog terug te vinden is: z’n tijdelijkheid definieert graffiti. Erg vindt ze dat niet. “Waarom is het leuk om met een parachute uit een vliegtuig te springen? Om de emotie, de sensatie van het moment. Daarvoor doe je het. Dat geldt ook voor graffiti.”
Al sluipt Adele destijds zeker niet elke nacht door de steegjes van Brighton. Daarvoor zijn de spuitbussen te duur. Als student kan ze zich dat slechts een keer per maand permitteren. Voor de rest oefent ze op papier. Gelukkig kan ze haar creatieve energie kwijt op school. “In Engeland kies je op je zestiende drie of vier vakken waarop je extra focust. Dat hoeft niet per se wiskunde te zijn, je kan evengoed kiezen voor kunst of theater.” Een inspirerende kunstleraar laat haar experimenteren met olieverf. Fantastisch, vindt Adele. Sindsdien combineert ze de twee: graffiti op muren en olieverf op doek.
Niet dat ze zich dan al kunstenaar voelt. Ze heeft haar ouders zien knokken om de eindjes aan mekaar te knopen. “Dat wilde ik niet”, zegt ze. “Ik wilde gewoon geld verdienen.” En dus gaat Adele aan de slag als grafisch ontwerper in de Amsterdamse reclamewereld. Vanuit de gedachte dat ze zo creatief kan tekenen zonder veroordeeld te zijn tot boterhammen met choco. “Ik verdiende meer dan mijn ouders samen, maar besefte snel dat ik zo veel minder kon reizen. Terwijl al mijn vrienden en familieleden hun eigen baas waren. Ze hadden misschien niet veel geld, maar konden wel gaan en staan waar ze wilden. Ik besefte: dat is wie ik ben, ik kan niet voor de rest van mijn leven van negen tot vijf werken.”
Tegelijkertijd kruipt graffiti uit de illegaliteit. Straffe street artists kunnen steeds vaker leven van hun kunst. Adele voelt lange tijd weerstand tegen die trend – ze vindt dat graffiti illegaal en spannend moet blijven – totdat ze beseft dat ze van haar streetart kan leven én tegelijkertijd kan reizen. Sindsdien trekt ze de wereld rond om haar kunst te delen. Haar duiven prijken onder meer op muren van Hollywood tot Delhi, van Berlijn over Moskou tot Amsterdam. Op Rock Werchter verft ze duivenveren op de North West Walls, stapels containers onder curatorschap van Arne Quinze. Maar evengoed beschildert ze gigantische hotelfaçades. Of een 45 meter hoge fabrieksschoorsteen in Zuid-Korea. “Hoe groter de oppervlakte, hoe meer impact mijn werk heeft.” Voor zulke grote werken zet ze een hoogtewerker in. Hoogtevrees heeft ze niet. “Toch niet zolang ik niet naar beneden kijk”, lacht ze.
De meeste reacties zijn positief. En zelfs de grootste sceptici draaien bij wanneer ze Adele een week lang elke dag aan het werk zien. “Ik ben vaak al bezig wanneer ze naar hun job vertrekken en nog bezig wanneer ze terugkomen. Die zwarte lijnen die ik in het begin schets, veranderen geleidelijk in iets concreets. Dan geraken die mensen geïntrigeerd, maken ze een praatje en brengen ze me soms eten.”
Haar nomadische levensstijl erft Adele van haar ouders, haar Nederlandse accent pikt ze op tijdens negen jaar in Amsterdam. Al heeft ze beslist geen zittend gat. Reizen om te werken vindt ze leuker dan op vakantie gaan. “Met mijn ouders ging ik nooit naar een hotel. We waren altijd onderweg om vrienden te bezoeken of een muziekproject op te zetten”, vertelt ze. “Zo ervaar je het leven van een plek. Als ik ergens een muur ga schilderen, dan ben ik een week lang elke dag op straat. Ik praat met mensen, proef hun eten en ervaar de plaats helemaal anders dan wanneer ik zou rondreizen. Op toeristische plekken kom ik amper. Wel in rare straatjes.”
Zo portretteert ze oude mensen in de kleine dorpjes van Burkina Faso. Sommigen ouder dan een eeuw, al kennen de meesten hun eigen geboortedatum niet. In Los Angeles, waar ze drie jaar geleden neerstreek, maakt ze schilderijen van de gewone mensen uit haar straat – de kok, de fruitverkoper op straat, de meneer uit de gym, de mevrouw die autobanden vervangt. Alweer vanuit diezelfde filosofie: het mooie vinden waar anderen niet kijken. “De meeste mensen hebben een goede ziel”, aldus Adele.
Dat geldt ook voor de zwervers uit Tenderloin, een ruige wijk in San Francisco, die Adele met veel respect in beeld brengt. “Ik ging elke dag een uurtje of twee bij hen zitten. Even babbelen, een biertje brengen”, legt Adele uit. Ze hoort de klassieke verhalen. Zoals dat van de man die als portier in een nachtclub een kogel in de knie krijgt. Zonder ziekteverzekering pompen de dokters hem vol met pijnstillers. Binnen enkele weken zit hij verslaafd op straat. Zonder baan, omdat hij niet meer rechtop loopt. “Zulke mensen ontsnappen niet meer aan die neerwaartse spiraal. Vaak vechten zij zelfs niet meer. Ze zitten al aan de bodem, dus lager kunnen ze tenminste niet meer vallen.”
Na een week wint Adele het vertrouwen van de daklozen en laten zij toe dat ze een foto van hen neemt. Op het portret dat ze daarna schildert, kan je de haartjes van hun baard of de draadjes in hun honkbalpet tellen. Hyperrealistisch. Maar waarom benadert zij mensen waar anderen met een boogje omheen zouden lopen? “Mijn ouders hielpen iedereen. Ze gaven muziekles en hadden oog voor kinderen die niet goed in hun vel zaten. Of ze gingen langs het vluchtelingcentrum om gedag te zeggen. In de Ardennen zitten niet veel daklozen, maar als ze er wel hadden gezeten, hadden mijn ouders hen sowieso mee naar huis gebracht. Dat idee, dat je respect toont voor iedereen, heb ik van hen.”
© Bas Uterwijk, © Dan Verbruggen-Ausilio Photohgraphy
Adele beseft dat muren verven niet altijd de meest duurzame hobby is. Ze vliegt veel en gebruikt spuitbussen die niet bijster goed zijn voor de ozonlaag. Maar ze probeert te compenseren op andere gebieden, door minder afval te genereren, minder te reizen, zoveel mogelijk te fietsen en biologisch te eten. “En ik hoop dat ik tenminste iets moois maak in de stad.”
Schilderen is ook belastend voor rug en armen. “Het is best een atletische sport”, beseft Adele. “Als je niet goed voor je lichaam zorgt, dan kan je niet twaalf uur per dag op een hoogtewerker staan.” En dus gaat ze geregeld ’s middags lopen of fietsen. Vlak voor de pandemie werkt ze haar eerste triatlon af. En waar ze zich als kind ergert aan de Vlaamse en Nederlandse fietsers die haar geboortestreek overspoelen, beseft ze nu dat de Ardennen “de beste plek ter wereld” zijn om te fietsen.
Meer zelfs, stiekem droomt ze van een terugkeer naar haar roots. Met haar Engelse vriend overweegt ze een huisje te kopen op het platteland in de Ardennen, waar ze groenten kan verbouwen. “Vroeger vroeg mijn moeder me altijd om te helpen in de tuin. Dan dacht ik: Hmmm, moet ik nu weer helpen met die groentjes? Maar nu besef ik hoe waardevol die kennis is. Eigenlijk is het best wel fantastisch in de Ardennen.”
Wij vroegen Adele naar een lijstje van haar favoriete murals in België. Deze muren zijn openbaar en dus vrij te bezichtigen voor iedereen.
Wil je net als Adele ook wat duurzamer gaan reizen en toch de coolste urban bestemmingen aandoen? Kies voor een van deze 5 hippe citytrips per spoor!