TADA investeert in de toekomst van kwetsbare tieners

A.S.Adventure heeft bij opstart van de Ayacucho-collectie steeds 1% van de omzet afgestaan aan kwetsbare gezinnen in o.m. Peru, Kenia en India. Dit gebeurt in samenwerking met Solid, een onderneming die zich inzet voor sociaal verantwoordelijke productie en projecten in de wereld. Maar A.S.Adventure wil voortaan ook in eigen land een steentje bijdragen, dus komt België mee op de lijst te staan. Daarom gaat een deel van de Ayacucho-omzet nu ook, naast de samenwerking met Solid, naar TADA.  

TADA staat voor ToekomstATELIERdelAvenir en is een VZW die inzet op het bieden van kansen aan tieners die minder kansen hebben. De organisatie reikt hun de tools aan, zodat ze hen beter kunnen integreren en emanciperen in de huidige samenleving. Dit met een uitgebreid netwerk aan gastdocenten uit alle hoeken van de professionele wereld.  

Maar waarom kiest A.S.Adventure voor TADA? Impact is het sleutelwoord hier. A.S.Adventure wilt oprecht een verschil maken in de wereld en doet dit door constructief te investeren in ondernemerschap en jeugd. Het aanpakken van onderwijsongelijkheid lijkt een logische stap. Deze is in België, en zeker in Brussel, niet min. TADA wilt hier iets aan doen. Hun missie? Het patroon van een ‘grote kans op weinig kansen’ doorbreken! 

Dit doet TADA door praktijkgericht onderwijs aan te reiken en ondernemerschap aan te moedigen bij kansarme jongeren. Met buitenschoolse activiteiten bieden ze meer perspectief in hun complexe leefwereld. De extra aandacht voor hun talenten en vaardigheden zorgt voor meer zelfvertrouwen en de kracht om een negatieve spiraal te doorbreken.

“Onverwacht ontroerend,” omschrijft advocaat en gastdocent Omar Souidi zijn ervaring bij TADA. “De fonkelende ogen van kinderen die een hele nieuwe wereld leren ontdekken. Wat TADA bereikt, is méér dan nobel. Jonge kinderen worden gestimuleerd om na te denken over hun ambities, over hun mogelijkheden en over de haalbaarheid van dromen.” Impact dus.

Het TADA-traject begint in één van de vijf TADA-weekendscholen. Jongeren tussen 10 en 14 jaar volgen daar drie jaar lang les op zaterdag. In het weekend maken zij kennis met bevlogen professionals zoals rechters, verpleegkundigen, koks of mecaniciens en alle perikelen die met deze beroepen gepaard gaan. “Ik weet nu bijvoorbeeld wat een chemicus is en doet, vroeger wist ik niet dat dit beroep bestond,” legt Soulaimane, alumnus bij TADA, uit. “We leren bij TADA vragen stellen, samenwerken, nieuwsgierig zijn, durven, onze mening formuleren, niet meer verlegen zijn, discipline enzovoort! Zo’n dingen leren we niet op school.”

En het TADA-traject gaat nog verder. Nadat de jongeren hun TADA-studie hebben afgerond, maken ze automatisch deel uit van het alumni-netwerk. Via dit netwerk kunnen oud-leerlingen regelmatig deelnemen aan verschillende activiteiten en kunnen ze gebruik maken van een online platform dat fungeert als helpdesk voor hun zorgen of vragen. Velen onder hen geven daar graag iets voor terug, zowel voor TADA als voor de bredere maatschappij. 

Zo zet alumnus Tolga (15 jaar) zich elke zaterdag vrijwillig in voor de TADA-klas en heeft hij een opleiding afgerond om animator te worden bij de Speelpleinen. “Na drie jaar bij TADA wil ik iets terugdoen,” bevestigt hij. Chadi (18 jaar) doet dit dan weer door zich in te zetten voor Brussel. Hij is hulpverlener bij het Rode Kruis, brandweerman in opleiding en werkt mee aan verschillende humanitaire projecten. Recent is hij begonnen met een opleiding tot politieagent en hij droomt ervan om als gastdocent terug te keren naar TADA. “Ik breng dan mijn uniform mee, zodat de jongeren het eens kunnen aan doen.” Zo zorgt TADA dus voor een ronde cirkel in plaats van een neerwaartse spiraal.

Maar de grote kans op weinig kansen verkleinen is niet enkel de taak van de TADA-jongeren. Er is ook TADA 2.0. Dit online platform is voor volwassenen die willen bijdragen aan een meer inclusieve samenleving, maar niet weten hoe. De website biedt tips en tricks aan voor meer inclusie in het dagelijks leven, op het werk en op school. Zo leer je bijvoorbeeld over ouderbetrokkenheid op school en culturele diversiteit op de werkvloer. Bovendien vul je je woordenschat aan met woorden zoals ‘unconscious bias’ en ‘micro-agressies’, en leer je ook om er bewust mee om te springen.

Maar met enkele lezen los je niets op natuurlijk. Daarom organiseert TADA 2.0 ook workshops voor volwassenen voor zowel bedrijven als scholen. En dan zijn er ook de TADA networking lunchbreaks waar er gebabbeld wordt over inclusie. Het doel hierbij is om kennis te maken met onze eigen onbewuste vooroordelen. Dit in ware TADA-stijl: met veel praktijk en weinig theorie!

Impact maken doe je niet alleen. Daarom maakt TADA ook gebruik van een hele resem docenten die verschillen van week tot week. Elke maand passeren er vier gastdocenten per groep, en dat kan alles en iedereen zijn. Van jong tot oud, van Belgische of andere afkomst, met weinig tot bakken ervaring, van mediafiguur tot nobele onbekende. Eén ding hebben ze wel gemeen: ze barsten van de passie voor hun beroep.

Vaak blijkt het ook een leerervaring te zijn voor beide kanten. “TADA heeft niet alleen voor de kinderen een nieuwe wereld geopend maar ook voor mezelf,” vertelde Tim Verheyden, journalist bij de VRT over zijn dag als gastdocent journalistiek.  “TADA is verrijkend, zowel voor de kinderen als voor de gastdocenten,” voegt Chris van Roey, CEO van de Unie van Belgische Adverteerders en gastdocent marketing & reclame, daaraan toe. “TADA verplicht iedereen die eraan deelneemt om buiten de eigen ‘comfortzone’ te komen.”

En vanaf de oprichting van TADA waren er heel wat bekende koppen die graag uit hun comfortzone kwamen. Zo passeerden Martine Tanghe en Françoise Wallemacque de revue voor het vak journalistiek en kwamen Adil El Arbi en Benoît Mariage hun zegje doen over cinema. Emir Kir, Guy Verhofstadt en Koen Geens deden dan weer hun boekje open over de politiek. Enkele oud-leerlingen kregen ook de kans om het werk van TADA voor te stellen aan de Franse president Emmanuel Macron. Maar de koninklijke kers op de taart was toch wel koning Filip die de TADA-kids uitnodigde op het Paleis om zijn kennis en expertise met hen te delen.