Unfortunately, our servers were unable to process your request in a timely fashion, please try again later.
© Niels Schenk
🕒 Leestijd: ongeveer 10 minuten
Het Nederlandse Surf Project leert kinderen met het syndroom van Down, autisme of ADHD surfen. Dat heeft een positieve invloed op hun lichamelijke en mentale welzijn. Wij maken kennis met twee jonge surfers en hun ouders. “Het surfen maakte van hem een ander kind.”
Voor de kust van Camperduin duwt de 9-jarige Quinten zich recht op zijn surfplank. Een kloeke Noordzeegolf voert hem mee en brengt hem even aan het wankelen. Maar Quinten bewaart het evenwicht en blijft rechtop staan. Zijn blik straalt, zijn ogen raken vervuld van fierheid. Yes! Hij heeft het voor mekaar gekregen! In het water vuren zijn begeleiders hem aan, op het strand juichen mama Jantien en papa Steven.
Jantien geniet nog na. “Zoals Quinten daar op die plank stond,” vertelt ze, “zo trots heb ik ’m in zijn leven nog nooit gezien. Zoveel zelfvertrouwen, zoveel eigenwaarde. Zo vrolijk en zonder angst. Ik heb er geen woorden voor.”
(Jantien, mama van Quinten, een kind met autisme)
© Anick de Groot
Het voorgaande is geen evidentie voor Quinten, die op jonge leeftijd de diagnose autisme kreeg. Als kleuter ontwikkelt hij een obsessie voor knoopjes, kledinglabels, liften en verkeersborden. “Fietsten we langs zo’n bord, dan moest ik uitleggen wat het betekende”, zegt Jantien. “Deed ik dat niet, dan ging hij helemaal over de rooie. Dan moest ik terugrijden om het alsnog uit te leggen.”
Quintens meltdowns verergeren wanneer Jantien en Steven een dochtertje krijgen, Zoë. Met hun zoon, op dat moment 3,5 jaar oud, is geen land meer te bezeilen. Het geluid van een huilende baby doet hem over zijn toeren gaan. Idem wanneer een poetshulp onverhoeds een stofzuiger aanzet. “Op kwade dagen had hij wel twintig van die meltdowns.”
Op school kruipt Quinten onder zijn bureau terwijl hij zijn oren afdekt met zijn handen. Of hij loopt de klas uit, weg van de herrie, en verstopt zich op een rustig plekje. Zijn enorme faalangst maakt van leren lezen een ramp. Jantien: “Kan hij iets niet van de eerste keer, dan denkt hij dat hij het nooit zal kunnen. Dat leidt tot zoveel paniek dat je hem moet vasthouden totdat hij gekalmeerd is.”
Jantien en Steven beseffen het belang van fysieke activiteit voor Quinten. Daarom gaan ze op zoek naar een geschikte sport. Voor een kind met autisme blijkt dat geen sinecure. De turnles op school is uitgesloten, té lawaaierig. “Zowat elke sport overwogen we”, aldus Jantien. “Aan elke club vroeg ik of ze bereid waren Quinten op te nemen.”
Eerst probeert Quinten atletiek. Op de piste is hij evenwel zo overprikkeld dat hij de instructies niet meer volgt. Na twee trainingen laat de club weten dat ze niet langer tuk zijn op een autistisch kind in de rangen. Te intens.
Zwemmen dan maar? Groepslessen blijken al snel niet te werken. De zwembadtegels kaatsen het gegil van andere kinderen terug, een oorverdovend kabaal voor Quinten. Privélessen in een leeg zwembad vormen de enige optie. Dat kost een bom geld. “En bovendien heeft Quinten schrik van water”, zegt Jantien. “Elke week zat ik met hem in het zwembad om die angst te overwinnen. Eerst een teentje, de week erop twee tenen.”
De doorbraak volgt wanneer Quintens huisarts het gezin aanraadt om Amsterdam te verlaten. De stad, zo meent de dokter, is simpelweg te druk voor hem. Te chaotisch, te overweldigend, volgestouwd met te veel prikkels. Helaas vinden Jantien en Steven geen locatie buiten de stad die hen beiden toelaat om vlot op hun werk te geraken.
Het alternatief: een weekendhuisje nabij het strand van Camperduin. Zo’n rustige uithoek van Noord-Holland waar je met de auto vaker vastzit achter een tractor dan in een file. De 200 kilometer per uur waarmee Amsterdam immer doorraast, komt hier piepend tot een halt tussen de duinen. Nul prikkels.
Wie gelooft in serendipiteit, zal volgende wending zeker kunnen pruimen. Bij een wandeling op het strand, twee jaar geleden, kuiert het gezin langs een hut, neergepoot in het zand. Ze raken aan de praat met de vrouw die het hutje bemenst.
“Doen jullie toevallig iets met autistische kinderen?” vraagt Jantien.
“Nou, toevallig wel”, klinkt het.
© Niels Schenk
Quintens gezin is pardoes op de surfhut van het Surf Project gestoten. Op vier locaties in Nederland laat die organisatie kinderen met Down, ADHD of autisme kennismaken met de golven. Drie weekends op rij verzamelen zij om er onder één-op-één begeleiding van vrijwillige surffanaten de Noordzee te lijf te gaan. Al is plezier maken belangrijker dan surfen.
Oprichtster Suzanne van den Broek, een ontwikkelingspsychologe met een liefde voor de surfplank, hoopt zo het fysieke en psychische welzijn van de kinderen te verbeteren. Lichaam en geest, mens sana in corpore sano.
In samenwerking met een team van psychiaters en psychologen doet het Surf Project onderzoek naar het effect van surfen op de kinderen. De positieve invloed daarvan blijkt vaak al na drie lessen. Britse specialisten sturen kinderen met een ontwikkelingsachterstand niet voor niets op surftherapie.
© Patricia de Koning
• Opgericht in 2014.
• Voor kinderen en jongeren (8 tot 18 jaar) met het syndroom van Down, autisme en ADHD.
• Op vier locaties aan de Nederlandse kust: Zandvoort, Ouddorp, Camperduin en Ter Heijde.
• Geïnspireerd op Wave Project, een gelijkaardig concept dat in het Verenigd Koninkrijk al sinds 2010 succesvol is.
• Deelnemers betalen 45 euro voor drie lessen. De rest wordt bijgepast via sponsoring, subsidies, fondsen en donaties.
• Aangesloten bij The International Surf Therapy Organization, een wereldwijd netwerk van organisaties die surfen inzetten als een vorm van therapie.
Quinten maakt de sprong in het (figuurlijke) diepe. Bloednerveus is hij, die eerste keer. Voor een kind met autisme is het moeilijk om iets nieuws te proberen. Zijn ouders bereiden hem al weken mentaal voor op dit moment.
De jongen is niet de enige met zenuwen. Ook Jantien en Steven kijken met klamme handjes toe. “Ik vreesde dat hij een meltdown zou krijgen in de zee”, verklapt Jantien. “De professionele aanpak van het Surf Project nam die zorgen grotendeels weg.”
Quintens angst verdwijnt wanneer hij begeleider Thomas ontmoet, een boomlange kerel met spieren als trekkabels. Hij voelt zich meteen veilig. En Thomas legt engelengeduld aan de dag. Geen enkele stap, hoe klein ook, slaat hij over. Tot in de puntjes legt Thomas uit wat er gaat gebeuren. Jantien: “Ondertitelen noemen we dat. Zo worden alle verrassingen uitgesloten.”
Twee weken na die eerste onwennige les staat Quinten zelf te popelen om het schuimende water in te duiken. “Bij de uitreiking van de surfdiploma’s nam hij de microfoon en maakte hij grapjes”, zegt Jantien. “Hij was een ander kind.”
Intussen heeft Quinten de surfmicrobe te pakken. Nadat hij privélessen volgde bij Thomas wil hij nu zo vaak mogelijk het water in met papa Steven. Zijn eigen surfplank krijgt nooit de kans om stof te vergaren. “Zelfs in oktober lag hij nog in het water. En nu telt hij alweer af tot het warmer wordt”, zegt mama Jantien. Gevraagd naar waarom hij surfen zo leuk vindt, antwoordt Quinten: “Omdat het leuk is.”
© Anick de Groot
Op school is hij minder angstig. Hij begrijpt ook beter wanneer hij richting rood gaat. Dan trekt hij zich terug in zijn kamer, met een geluidswerende hoofdtelefoon op de oren, en leest hij Donald Duckies. Of tekent hij met wiskundige nauwkeurigheid geometrische vormen, zijn manier om zijn geest te kalmeren. Jantien: “Quinten is vrolijker en zit beter in zijn vel. De boost van zelfvertrouwen die hij kreeg van het Surf Project werkt door in andere gebieden van zijn leven.”
Een halve les, zo lang houdt de 12-jarige Tijs het de eerste keer vol in het water. Tijs, die het syndroom van Down heeft, vindt het moeilijk om nieuwe dingen te proberen. “Dan zegt hij heel gauw ‘nee’ of ‘dat kan ik niet’”, vertelt mama Marjan. Zo ook op die zaterdag in september, twee jaar geleden. Tijs is moe en kapt ermee. En hij is koppig genoeg om niet vatbaar te zijn voor discussie.
Marjan en Dick, Tijs’ ouders, vragen zich af waarom ze op het strand van Ter Heijde staan. Hun twijfel groeit. Doen ze dit voor hem of toch vooral voor zichzelf? En zijn ze hiervoor vanochtend helemaal vanuit Dedemsvaart gereden? Ruim twee uur waren ze onderweg vanuit het oosten van Nederland.
Ze zijn al een tijdje op zoek naar een manier om Tijs te laten sporten. In de buurt zijn er weinig geschikte sportclubs. “Je komt snel uit bij gehandicaptenvoetbal, maar Tijs is helemaal geen voetbaljongetje”, verklaart Marjan. Wanneer ze Surf Project ziet voorbijkomen op Facebook, komt dat als geroepen. “Surfen leek ons echt bij Tijs te passen.” Het is mooi meegenomen dat Marjan en Dick ook van de zilte zeelucht genieten. Dat Tijs helemaal tot rust komt in de natuur. En dat zijn broer Stef en zus Nine het heerlijk vinden om in het zand te spelen.
Wanneer Tijs halverwege de les uit het water stormt, lijkt de queeste opnieuw te beginnen. Terug naar de start. Geen wonder dat de ouders van Tijs in dubio zijn over hun beslissing. Maar dan denken ze aan de ontmoeting met een vrijwilliger die helemaal uit Nederlands Limburg komt. De twijfels verbleken. “Dat wij zo gek zijn om meer dan twee uur te rijden, tot daaraan toe”, aldus Marjan, “Maar het is wel heel bijzonder hoeveel tijd en energie die begeleiders erin steken.”
Twee monitors vergezellen Tijs in het water. Antwerpenaar Denis brengt hem de kneepjes van het surfen bij, Evitha vangt hem op in de branding. Maar meer dan enkel fysiek begeleiden ze hem ook mentaal. En ze ontdekken al snel zijn handleiding.
Tijs zingt graag. Kinderliedjes, hits van Guus Meeuwis en Armin van Buuren, allemaal passeren ze de revue op de surfplank. En de begeleiders zingen uit volle borst mee. “Zo kregen ze meer gedaan van hem”, zegt Marjan. “Ze hadden ook gewoon veel lol met mekaar. Een gouden trio was het.”
© Patricia de Koning / © Renee van Marrewijk
Waar de eerste les nog moeizaam verloopt, ontdekt Tijs tijdens de derde les het plezier van surfen. Al liggend op zijn plank berijdt hij een golf. Marjan: “Toen zag je de overwinning in zijn gezicht. ‘Ik kan het!’”
Voor bewoners van het oosten van Nederland is surfen even exotisch als bobsleeën voor Kenianen. Als enige van zijn dorp kan Tijs pronken met zijn status van surfer. “Surfen is een coole sport waar je als kind met het syndroom van Down normaal niet mee in aanraking komt”, vertelt Marjan. “Hij voelt zich groot wanneer hij zich begeeft tussen die stoere surfers.” Dick vult aan: “Zeker met zijn surfpak aan voelt hij zich echt het mannetje. Je voelt gewoon dat het hem goed doet.”
(Marjan, mama van een kind met Down)
© Renee van Marrewijk
Tijs combineert regulier basisonderwijs met speciaal onderwijs. Het zelfvertrouwen dat hij opdoet op de plank, neemt hij mee naar school. “Daar merken ze dat hij naar het Surf Project is geweest”, zegt Marjan. “Hij gedraagt zich zelfstandiger en loopt zelfs meer rechtop.” Sinds kort doet hij gym mee op school, alweer iets nieuws dat hij nu beter aandurft.
Wellicht, zo beseffen zijn ouders, heeft dat toegenomen zelfvertrouwen ook te maken met de leeftijd. Met groeien als mens. Maar dat het Surf Project meer dan een duwtje in de rug gaf, daaraan twijfelen ze niet. Temeer omdat Tijs te pas en te onpas het ‘shaka’ surfgebaar maakt: duim en pink uitstrekken en draaien maar met die pols. Marjan: “Als hij nu ergens in slaagt, zoals toen hij onlangs een zwemdiploma behaalde, dan gebruikt hij dat gebaar. Daaraan merk je dat hij dat gevoel meeneemt uit het surfen.”
Het lijdt geen twijfel dat Tijs de golven zal blijven bedwingen. Marjan lacht en bevestigt: “Hij vraagt nu al wanneer hij weer mag gaan surfen.”
• Hartekamp biedt weekends en zomerkampen aan voor kinderen met autisme of een fysieke, sociale of lichte tot matige ontwikkelingsachterstand.
• De slogan van Hannibal Vakanties luidt: ’n andere vakantie. Zowel kinderen met als zonder ontwikkelingsachterstand mogen mee. Het scala aan mogelijkheden is ruim, van vakanties in Frankrijk of Zwitserland tot trips dichter bij huis.
• In het aanbod van S-Sport // Recreas verschijnt regelmatig een sportkamp toegespitst op mensen met een handicap, bijvoorbeeld een G-voetbalkamp.
• KVG, de Katholieke Vereniging Gehandicapten, organiseert kampen, vakanties of losse activiteiten, van stoelyoga en danslessen tot G-judo en -karate.
• Op de website van G-sport Vlaanderen kan je een sportclub bij je in de buurt vinden.
• Ook bij Joetz en het Rode Kruis zijn kinderen met een ontwikkelingsachterstand welkom.
Meer info en inspiratie op de website van de vzw Gezin en Handicap. Op de vrijetijds- en vakantiewijzers van De Kade vind je een overzicht van organisaties die zich inzetten om kinderen met een ontwikkelingsachterstand een leuke tijd te bezorgen.
© Anick de Groot
Heeft jouw kind zin in een vakantiekamp dat net even anders is dan andere vakantiekampen? Of wil je jouw kids van zoveel mogelijk verschillende vakantiesmaken laten proeven?
© Patricia de Koning
Een jeugdkamp is een groot avontuur, vol met kleine en grotere uitdagingen. Je kinderen vertrekken dus maar beter goed voorbereid op kamp.