Vijf basisknopen voor op jeugdkamp

Weten wanneer je welke knoop moet leggen, komt altijd van pas in het leven. Zeker als je op kamp vertrekt! Deze vijf basisknopen moét je kennen (en je kleine kampeerder ook)!

1. De platte knoop

Een van de meest gebruikte knopen.
De makkelijkste manier om twee touwen of uiteinden van het hetzelfde touw aan elkaar vast te knopen.

Hoe maak je een platte knoop?

Neem de twee touwen vast.
Leg het linkertouw over het rechtertouw en trek het eronderdoor.
Leg daarna het rechtertouw over het linkertouw en trek het eronderdoor.
Trek stevig aan beide uiteinden om de knoop strak te trekken.

2. De schootsteek

Ideaal wanneer je twee touwen van verschillende diktes aan elkaar wil knopen.

Hoe maak je een schootsteek?

Maak een lus met het ene touw.
Steek het uiteinde van het andere touw langs achter door de lus.
Ga onder de lus door en onder het eerste deel van het tweede touw.
Trek de knoop aan.

3. De achtknoop

Ook wel de ‘stopper’ genoemd, vaak gebruikt in de klimsport.
Je legt hem in het uiteinde van een touw, zodat het niet kan losschieten.

Hoe maak je een achtknoop?

Neem het touw vast en maak een lusje.
Leg het korte eind over het lange eind en steek het langs achter door de lus.
Trek aan beide zijden aan: je ziet nu een achtvorm.

4. De paalsteek

Handig om een vaste lus te maken in een touw.
De lus komt makkelijk terug los.

Hoe maak je een paalsteek?

Maak een lus naar jezelf toe, maar laat aan het einde genoeg touw vrij.
Steek het uiteinde van het touw langs onder door de lus.
Laat het uiteinde onder het lange eind van het touw door gaan.
Steek het korte einde langs voor door de nieuwgevormde lus.
Trek de knoop voorzichtig aan. Je kan de knoop nu verschuiven om de lus groter of kleiner te maken.

5. De mastworp

Hiermee maak je een touw snel vast aan een paal.
Een mastworp kan je snel terug losmaken.