Wanneer je niet grondig bent voorbereid, kom je misschien in vervelende situaties waarin je niet anders kan dan de natuur beschadigen. Lees je daarom goed in over de plaats waar je naartoe gaat en zorg voor een perfect gepakte rugzak.
• Controleer of je mag wildkamperen en wat de regelgeving errond is.
• Bereid je voor op extreem weer en noodgevallen. Neem bijvoorbeeld een EHBO-kit mee, zorg bij hitte voor voldoende drinkwater en bij koude voor warme kleding.
• Hike en/of kampeer in kleine groepen.
• Herverpak voedsel om afval te vermijden.
• Gebruik kaart en kompas of een wandel-gps, zodat je geen markeringen in de natuur hoeft aan te brengen.
Idealiter blijf je op bestaande paden en kampeer je op ondergrond die erop voorzien is. Dat kan natuurlijk niet overal. Dan ga je op zoek naar een stevige, robuuste ondergrond, want de bodem kan heel fragiel zijn.
• Gebruik bestaande kampeerplekken en wandelpaden.
• Kampeer niet vlak naast een meer of rivier.
• Houd je kampeerplek zo klein mogelijk en op plaatsen met weinig vegetatie.
• In groep? Wandel achter elkaar.
• Zijn er (nog) geen paden? Verspreid je dan zodat je geen pad vormt.
Wat je inpakte, pak je ook weer mee. Eigenlijk zou je je kampeerplek schoner moeten achterlaten dan dat je ze gevonden hebt. Van verpakking tot de grote boodschap: wat doe je met je afval?
• Controleer bij het vertrekken je kampeerplek. Neem alle afval – ook voedselresten! – weer mee.
• Kom je onderweg afval van je voorgangers tegen? Neem het dan mee.
• Ook ‘menselijk afval’ heeft impact op de natuur. Voor je grote boodschap graaf je een ‘cathole’ van 15 centimeter diep en breed. Die bedek je weer netjes, natuurlijk. Sowieso weet je maar beter op voorhand een en ander over naar het toilet gaan in de natuur. Op sommige héél gevoelige natuurplekken, moet je trouwens ook je ‘human waste’ weer meenemen.
• Ook afwaswater is eigenlijk afval. Gebruik biologisch afbreekbare zeep en blijf altijd minstens 50 meter van rivieren of meren. Giet niet al het water op dezelfde plaats.
“Let op met vuur. Die eindeloze sterrenhemel zie je het best in complete duisternis.”
Een kampvuur hoort er misschien bij, maar is wel een van de meest verwoestende kampeergewoontes. Een betere keuze is een lichtgewicht gasvuurtje en lantaarn. En die eindeloze sterrenhemel? Die zie je het best in totale duisternis.
• Indien mogelijk, gebruik de aanwezige vuurringen, of -korven.
• Houd je vuur klein. Gebruik stokken die je op de grond vindt en met de hand kan breken.
• Verbrand alle hout compleet tot as, doof het vuur volledig en verspreid de afgekoelde assen.
• Breng geen hout mee van thuis, dat kan ziektes meedragen. Koop je hout lokaal of verzamel ter plaatse als dat mag.
Kom niet dichterbij dieren en volg ze niet. Ga voor een krachtige zoomlens op je camera, of neem een verrekijker mee. Zowel jij als de dieren hebben hier meer plezier aan.
• Observeer dieren vanop afstand.
• Voeder dieren nooit. Dit kan hun gezondheid en gedrag negatief beïnvloeden en roofdieren aantrekken.
• Berg je voeding en afval veilig op.
• Houd je huisdier steeds onder toezicht, of laat het thuis.
• Vermijd bepaalde gebieden tijdens gevoelige momenten: het paarseizoen, de broedperiode, de winter…
Ook al lijkt het soms zo als je (wild)kampeert, je bent niet alleen op de wereld. Rekening houden met anderen is ook in de natuur belangrijk.
• Respecteer andere backpackers en hun onvergetelijke ervaring.
• Hoffelijkheid is altijd fijn: knikje bij het passeren? Tof!
• Stap opzij als je vee kruist.
• Pauzeer en kampeer ver weg van andere hikers.
• Enjoy the silence: maak zelf geen lawaai of muziek, praat zacht.
• Houd je huisdier altijd onder controle.