Een loopwedstrijd werk je niet alleen met de voeten af, maar ook met het hoofd. Daarover later meer. We beginnen met de voeten, aangezien die tijdens de 10 Miles toch het leeuwendeel van het werk voor hun rekening nemen. “Iedereen denkt dan meteen aan de loopschoenen en hoewel die heel belangrijk zijn, begint het voor mij bij de sokken”, verrast Lars meteen. “Ik gebruik de sokken van Stance sinds enkele jaren en die zijn niet alleen naadloos en super comfortabel, maar bestaan ook in een zomer- en een winterversie. Zo loop je het hele jaar door met soortgelijke sokken. Dat ze zelfs na veelvuldig gebruik hun model blijven behouden, is een extra troef.”
“Om op de weg te lopen gebruik ik schoenen van Asics”, vervolgt Lars. “Ik heb verschillende kleuren van hetzelfde model zodat ik kan afwisselen en de schoen genoeg tijd kan geven om opnieuw in model te komen na een zware training. Ik begrijp de verleiding om met nieuwe blitse schoenen aan de start te staan, maar dat wreekt zich haast meteen tijdens het lopen. Ga dus maar voor de loopschoenen waarmee je al flink wat (trainings)kilometers hebt afgemaald.”
Lars loopt inmiddels acht jaar, traint vijf of zes keer per week afhankelijk van het vooropgestelde doel en tijdens zijn trainingstochtjes loopt hij gemiddeld twaalf kilometer. “Mijn favoriete loopquote is “It’s easy until it’s not”. Dat zegt voor mij alles over het mentale aspect van het lopen. Je doet het wel met je lichaam, maar een loopwedstrijd werk je toch ook voor een groot deel in je hoofd af. Zeker wanneer het moeilijk begint te worden, moet je mentaal sterk in je schoenen staan om te blijven volhouden.”
“Ik heb de Antwerp 10 Miles nu inmiddels vier keer gelopen en het was iedere keer een leuke ervaring. Niet in het minst omdat je wordt opgezweept door het publiek. Als je het even moeilijk hebt, helpen die aanmoedigingen echt. Omdat ik regelmatig loop, heb ik de kilometers sowieso in mijn benen zitten. Als ik een specifiek doel voor ogen heb, zoals de 10 Miles binnen een bepaalde tijd afwerken, begin ik daar een maand of twee op voorhand specifiek voor te trainen.
De start van zo’n trainingsblok is altijd kilometers opbouwen en zodra ik voel dat ik voldoende kilometers aankan, begin ik met de tempotrainingen. Dat kunnen intervaltrainingen of fartlek trainingen zijn, waarbij ik variaties aanbreng in snelheid en intensiteit. Ook heel rustige trainingen in verschillende hartslagzones komen op dat moment aan bod. Ik ben de eerste om te zeggen dat een goeie voorbereiding essentieel is om aan de 10 Miles te kunnen deelnemen, maar eens je aan de start staat, is het toch een kwestie van zo veel mogelijk genieten. Want het is en blijft een unieke ervaring.”
Net zoals voor de loopschoenen geldt ook voor de kleding: doe niets aan waar je niet eerst al mee hebt getraind. “Mijn loopoutfit bestaat uit een licht Craft loopshirtje en een losse loopshort. Het allerbelangrijkste is dat je je niet te warm aankleedt tijdens een wedstrijd. Soms kan het weleens frisjes zijn als je staat te wachten aan de start, maar zodra je begint te lopen krijg je het snel genoeg warm.
Dankzij mijn lichte outfit geraak ik nooit oververhit. Katoen vermijd ik, want die stof neemt al je zweet op en zorgt ervoor dat je na een tijdje kletsnat bent en blijft. Als het warm is, is een petje een meerwaarde. Ook hier geldt: ga voor een licht looppetje, zodat je toch nog voldoende warmte kan verliezen via je hoofd.”
Wat je zeker wel en zeker niet moet doen wanneer je de 10 Miles loopt?
• Vertrek op tijd vertrekt naar Antwerpen.
• Zodra je aankomt in Antwerpen verken je de start zodat je weet waar je je het best positioneert.
• Ga je startnummer halen en speld dat op.
• Maak je een uurtje voor de start wedstrijdklaar. Daarna begeef je je naar de wave waarin je wil starten. Lars gaat liefst vooraan staan zodat hij niet opgehouden wordt door de drukte en zo snel mogelijk zijn eigen tempo kan lopen.
Net zo belangrijk als wat je best wel doet, is weten wat je beter niet doet.
• Onvoorbereid starten. Als je de briefing van de organsatie goed doorneemt en je vervoer op voorhand regelt, laat je niks aan het toeval over. Minder overbodige stress, betere prestaties!
• Test geen nieuwe sportvoeding of drank tijdens de wedstrijd, zo heb je zeker geen last aan je maag.
• Loop nooit een wedstrijd met nieuwe loopschoenen.
Draadloze oortjes, verlichting, een smartphonehouder of zelfs een loopgordel voor je sleutels, energiereep en waterflesjes. Aan accessoires geen gebrek. Lars doet nochtans niet te gek op dat vlak: “Ik hou het bij de Forerunner 935 van Garmin. Ik zie mezelf in eerste instantie als een triatleet en mijn Garmin sporthorloge is mijn ideale partner in crime. De Forerunner 935 heeft de verschillende sporten helemaal uitgewerkt en ik kan mijn trainingsschema’s er ook volledig in plaatsen. Dat maakt het voor mij gemakkelijk als ik bijvoorbeeld een pistetraining doe. Ik maak ook steeds gebruik van een borstband omdat die nog nauwkeuriger is dan de polsmeting.”
Nieuwe loopschoenen gekocht? Laat je versleten paar niet direct in de kast liggen. Bouw gestaag op. Best loop je eerst korte afstanden met je nieuwe schoenen en de lange afstanden nog met je oude paar. Switch na een tijd, wanneer je nieuwe loopschoenen goed zijn ingelopen kan je voor alle afstanden op hen rekenen.
Loop je meer dan vier keer per week? Koop dan meteen twee paar identieke loopschoenen en draag ze even vaak, zodat ze gelijk afslijten. Denk er ook aan dat een paar loopschoenen idealiter 35 uur rust nodig heeft tussen twee trainingen om het beste van zichzelf te blijven geven
Je bent in topvorm? Je hebt de juiste schoenen en loopkleding aan? Je accessoires staan op punt? Dan hoef je alleen nog te weten wat je voor en tijdens de 10 Miles moet eten en drinken om optimaal te presteren. “De weken voor de wedstrijd eet ik normaal. Ik let sowieso al op mijn voeding, maar ik moet opletten dat ik genoeg energie binnenkrijg om al mijn trainingen af te ronden in combinatie met mijn fulltime job. De twee weken voor de wedstrijd probeer ik niet te vettig te eten, dus frietjes en dergelijke laat ik dan achterwege. De laatste dagen voor de wedstrijd zorg ik ervoor dat ik extra koolhydraten, zouten en mineralen opneem. Elke dag drink ik dan een glaasje ORS (Oral Rehydration Solution). Die mix van natrium en kalium, opgelost in water, zorgt ervoor dat ik niet te snel uitdroog en dat mijn spieren niet te snel in een kramp schieten.”
“Een uur tot een half uur voor de wedstrijd drink ik 250 tot 500 ml sportdrank. Tien minuten voor de start neem ik nog een energiegelletje. Tijdens de 10 Miles neem ik geen drinken aan bij de bevoorrading, ook al wordt er aangeraden om tijdens een inspanning van meer dan een uur om het kwartier te drinken. Luister vooral naar je eigen lichaam. Als het echt warm is, neem ik weleens een bekertje water aan waarvan ik dan één slok neem en de rest over mijn hoofd giet. Als je het echt lastig krijgt, is het wel fijn om een cola aan te nemen. Die is meestal verdund en zorgt ervoor dat je niet te snel krampen krijgt. Terwijl de suiker die erin zit je een extra boost geeft.”