De Marathon des Sables, of MDS, wordt vaak omschreven als de zwaarste ultraloop ter wereld. De oorspronkelijke editie, nu ‘The Legendary’ genoemd, is een zesdaagse van 252 kilometer in de Marokkaanse woestijn. Sinds enkele jaren zijn er ook kortere varianten, zoals de MDS Jordanië waaraan Sarah deelnam: drie loopdagen en één rustdag, waarbij deelnemers in totaal 70, 100 of 120 kilometer afleggen.
Sarah schreef zich in voor 70 kilometer, maar besloot halverwege toch voor de 100 kilometer te gaan. “Ik voelde me goed en dacht: waarom niet? Het was pittig, maar het maakte het avontuur alleen maar mooier.”
“Iedereen kan dit doen, dat geloof ik echt.”
Sarah
Tijdens de Marathon des Sables zijn deelnemers volledig zelfvoorzienend. Alles – slaapzak, voeding, kleding – draag je zelf in een rugzak. Enkel de tenten staan klaar op de bivakplaats. “Het klinkt extreem, maar iedereen met een goede conditie en de juiste voorbereiding kan dit. Dat geloof ik echt,” zegt Sarah vol overtuiging.
Temperaturen liepen op tot 35 graden, en er gold een minimumtempo van 3,5 kilometer per uur. “Je hoeft niet alles te lopen; er wordt ook veel gewandeld. Lopen in het mulle zand is zo zwaar dat zelfs de toppers regelmatig wandelen,” vertelt Sarah. “En het was zwaar, maar ik genoot ervan.”
“Het was zwaar, maar ik genoot ervan.”
Sarah
Sarah trainde door lopen, wandelen en krachttraining te combineren. “Ik ben mijn hart verloren aan trailrunning en loop al jaren trails, maar voor de MDS moest ik gevarieerd trainen.” In het voorjaar liep ze maandelijks een trail, zoals de North C Trail in Knokke, om aan zand te wennen. Daarnaast maakte ze lange dagtochten, o.a. op Nomadsland, stapte ze de Brussels 60 en ging ze vier dagen wandelen in de Eifel. “Wandelen is totaal anders dan lopen. Die training was goud waard.”
“Ik woog al mijn bagage af en schrapte zoveel mogelijk gewicht.”
Sarah
Een ander belangrijk onderdeel van haar voorbereiding was het wennen aan de rugzak. “Ik begon met vier kilo tijdens mijn trainingen en bouwde geleidelijk op tot 10 kilo. Alles werd afgewogen en in een Excel-lijst gezet, om daarna gewicht te schrappen. Zo wist ik precies hoeveel mijn kookvuurtje woog: 296 gram. Dat gaf rust.”
Aan de startlijn was Sarah zenuwachtig. “Het was eindelijk zover! ‘Born to Be Alive’ knalde uit de speakers en de adrenaline gierde door mijn lijf. Iedereen was enthousiast, zwaaiend met zijn wandelstokken. Ik kon niet wachten om te beginnen.”
“Ik dacht constant: ‘zie ons hier lopen!’”
Sarah
De tocht door de Jordaanse woestijn was zwaar. Dag 1 bestond uit een afstand van 27 kilometer met 1000 hoogtemeters. “Veel mul zand, waardoor wandelen onvermijdelijk was. Maar wat een uitzichten! Ik dacht constant: ‘zie ons hier lopen!’” Dag 2 bood een keuze tussen 20, 40 en 60 km. Sarah koos voor de etappe van 40 kilometer met 604 hoogtemeters. “Het was pittig, maar ik voelde me goed en besloot ervoor te gaan.” De rustdag op dag 3 was welkom. “We reorganiseerden onze rugzakken en konden even op adem komen.” De tocht eindigde op dag 4 met een laatste etappe van 26 kilometer en 733 hoogtemeters.
Elke etappe eindige bij de bivakplaats, waar tenten klaarstonden in een honingraad. “De organisatie had alle Belgen bij elkaar gezet, wat voor een instant communitygevoel zorgde. Het had de sfeer van een kamp: gezellig napraten, elkaar helpen en ervaringen delen. Iedereen had verhalen over hun voorbereiding en uitdagingen, dat inspireerde me enorm.”
Ook onderweg was er veel verbondenheid. “Ik legde de hele afstand samen af met een vriendin. Sommige mensen lopen alleen, maar onderweg praat je veel met anderen. Op de tweede dag kwamen deelnemers na 60 kilometer uitgeput aan en toen warmden anderen hun bouillon voor hen op. Dat is mooi om te zien. De sfeer op de MDS is uniek, er ontstaan heel wat vriendschappen.”
De woestijn van Jordanië was verrassend divers. “Ik dacht dat het enkel zandvlaktes zouden zijn, maar we liepen door rotsachtige valleien, over gravelpaden en hoge duinen. Het werd nooit saai.” Het hoogtepunt kwam op de laatste dag, toen Sarah een gigantische zandduin beklom. “We startten in het donker, met hoofdlampen op. Achter me zag ik een lint van lichtjes tegen de duinflank. Toen ik boven aankwam was het al licht en riep de crew: ‘3-2-1, go!’. Dat naar beneden rennen was pure euforie. Het uitzicht, de vrijheid… magisch.”
Deze spullen zijn onmisbaar tijdens de Marathon des Sables. “Lichtgewicht is het codewoord.”
• Wandelstokken: “Ik gebruikte de Ultratrail FX One van Leki.”
• Hoofdlamp: “Essentieel voor een vroege start.”
• Slaapzak: “Het kan ’s nachts koud zijn in de woestijn. De ultralichte Spark van Sea to Summit hield me warm.”
• Slaapmat: “Lichtgewicht en toch comfortabel slapen! Ik sliep op de Ether Light Xt Insulated van Sea to Summit. Ik had zelfs een superlicht hoofdkussentje bij.”
• Kampeermaaltijden: “De maaltijden van Real Turmat smaakten na zo’n dag lopen. De Chicken Tikka Massala is mijn favoriet.”
• Voetverzorging: “Om blaren te vermijden. Een must! Ik tape ook preventief mijn gevoelige punten in met sporttape.”
• Sporthorloge: “Op mijn Garmin-horloge hield ik mijn tempo in de gaten.”
• Powerbank: “Om mijn smartphone en sporthorloge op te laden op de bivakplaats.”