Google Maps is absoluut handig en met een papieren kaart en kompas kom je zeker een heel eind. Maar wil je niet afhankelijk zijn van (slechte) weersomstandigheden en wil je te allen tijde, ongeacht de lengte van je tocht, zo nauwkeurig mogelijk je positie kunnen bepalen, dan is het tijd voor een wandel-gps. Zo’n navigatiesysteem in handformaat wordt aangestuurd door maar liefst 31 satellieten. De kans dat je verloren loopt, is dus miniem. Een wandel-gps werkt bovendien op setjes batterijen. Je bent dus ook niet afhankelijk van stopcontacten. Neem gewoon een paar extra batterijen mee voor de zekerheid.
Een wandel-gps ontvangt signalen van 31 satellieten die in een baan om de aarde draaien en berekent zo je positie. Dat gebeurt aan de hand van ‘punten’: geografische notaties die bestaan uit coördinaten. Alle routes die je bewandelt zijn opgebouwd uit zulke punten, die we trackpoints en waypoints noemen.
Gps-wandelnavigatie is een behoorlijke investering, dus je wilt het liefst van de eerste keer raak schieten. Let bij je keuze op de volgende factoren: